>>>  Laatst gewijzigd: 9 juli 2024   >>>  Naar www.emo-level-4.nl  
Ik

Filosofie en de waan van de dag

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Historisch

boeken bij het thema

literatuur bij het thema

Voorkant Jeffrey WEEKS
Sexuality and its discontents - Meanings, myths & modern sexualities
London and New York: Routledge, 1985, 324 blzn.; ISBN: 02 0371 5705
[zie uittreksel op emo-level-4]

Sexuality and its discontents

Jeffry Weeks is een grote naam op het vlak van de geschiedenis van de seksualiteit. Hij is historicus, socioloog en activist voor homorechten.

Dit boek is van 1990 en is daarom op punten wat gedateerd. Het is duidelijk dat hij toen hij het boek schreef wat teleurgesteld was over de zogenoemde seksuele revoluties die voor zijn gevoel niet veel opgeleverd hebben aan seksuele vrijheid. Maar waarom? Bovendien zitten er tegenstrijdigheden in het verhaal.

"Sex exists today in a moral vacuum."(3)

En dan een stukje verder:

"Sexuality today is, perhaps to an unprecedented degree, a contested zone. It is more than a source of intense pleasure or acute anxiety; it has become a moral and political battlefield."(4)

Niet bepaald een moreel vacuum dus, integendeel.

Tegen essentialisme

Weeks wil in zijn benadering niet vervallen in essentialistisch identiteitsdenken.

"Throughout this book I shall challenge ways of thinking which reduce a phenomenon to a presupposed essence — the ‘specific being’, ‘what a thing is’, ‘nature, character ... substance ... absolute being’ — which seeks to explain complex forms by means of an identifying inner force or truth."(8)

Dat verklaart bijvoorbeeld zijn duidelijke hekel aan de generatie van vroegere seksuologen. De homo of hetero of wat ook bestaat simpelweg niet. Hij bepleit een radicaal pluralisme. Dat siert hem, maar maakt hem in zijn formuleringen soms wel erg voorzichtig of postmodern.

Ik vind dat bewust niet willen vervallen in essentialistisch denken op zich een goede benadering. Essentialistisch ideeën leiden vaak alleen maar tot schijnbegrip en schijntegenstellingen. Het is bij alles nodig om aandacht te schenken aan de historische en maatschappelijke en politieke samenhang / invloeden. Maar ook een radicaal pluralisme kent grenzen en beperkt bepaalde seksuele activiteiten of zou dat moeten doen.

De rol van de psychoanalyse

Intussen kiest Weeks wel voor een vage verzameling opvattingen die immuun zijn voor kritiek.

"The psychoanalytic tradition, however distorted it has been by moralistic assertions, does offer, I believe, major insights into the possibility of a non-essentialist theory of sexuality and gender."(11-12)

Daar kan ik me helemaal niets bij voorstellen. Als er één theorie universele pretenties heeft en essentialistisch is is het wel de psychoanalyse. Ik snap die keuze voor de psychoanalyse dus echt niet, ik snap niet wat het moet oplossen voor Weeks. Hij noemt de verdringing in de kinderjaren, de relatie van taal en geest, dat het onbewuste talig zou zijn. O, dus het non-verbale telt niet? de aanraking? de blik? Dat is nu precies wat er zo fout is aan heel die psychoanalyse, die overschatting van talige communicatie. Volgt een uitgebreide op zich best kritische bespreking van Freud die me niet aanspreekt en niets oplost.

De seksuele revoluties

Ik vind het teleurgestelde verhaal over de seksuele revolutie wat naïef. Weeks kan toch ook weten dat die opvattingen slechts onder een kleine groep leefden en dan nog vaak totaal ondoordacht, zonder enig besef van machtsverhoudingen, rollenpatronen, dubbele moraal, en zo meer. Seksuele vrijheid is geen (des)illusie, seksuele vrijheid is nog maarf zelden op de juiste manier gerealiseerd. En nee, die seksuele revolutie was niet een homogene ontwikkeling die zich overal tijdens de 60-er jaren voltrok. Natuurlijk niet. Open deur. Daarom speelt het de conservatieven in de kaart als we opgeven er in te geloven.

Vragen genoeg. Maakten die mensen in de 60-er jaren bewuste keuzes en droegen ze verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen of waren het meelopers die lekker profiteerden van dat 'alles kon' en op een gegeven moment de kous op de kop kregen? En hoe groot was de groep die hier in mee ging? De meerderheid bleef waarschijnlijk even conservatief, degenen in de seksuele revolutie namen dat conservatieve mee vanuit huis (hun opvoeding, hun milieu), hun streven naar 'seksuele vrijheid' was in veel gevallen gewoon puberaal verzet.

En toch is er door die seksuele revoluties — zoals Weeks zelf ook zegt — enorm veel ruimte gekomen voor alternatieve seksualiteiten, er wordt gemakkelijker over gepraat, en zo meer. Is die seksuele revolutie dus echt wel zo mislukt als Weeks suggereert?

Weeks bespreekt dan vier onderwerpen: 1/ de commercialisering van seks; 2/ de relaties tussen mannen en vrouwen; 3/ de regulatie van seksualiteit; 4/ nieuwe politieke bewegingen. Ik vind het een hogelijk abstracte weergave van wat er allemaal veranderd zou zijn. Ik denk concreter en denk dan aan: je minder schamen, seks meer accepteren als normaal, durven experimenteren met seks, naaktheid niet meer raar vinden, in die lijn.

Over de repressieve rol van vrouwen

Weeks is bepaald niet zonder kritiek op de rol van vrouwen.

"Women have been active, especially at local level, in all the major single-issue campaigns that have fed the currents of the moral Right, from groupings such as Phyllis Schlafly’s campaign against ERA, and the ‘pro-life’, anti-abortion campaigns in America to Mary Whitehouse’s campaign to ‘clean up television’ in Britain. In both countries this female constituency seems largely to be made up of economically dependent, middle-aged, middle-class, deeply religious women, living in rural areas and on the fringes of large cities, offering a classic sociological fit between social location and the retention of religious belief." [mijn nadruk] (36)

"The bitter anti-feminism of many women can be traced in part to the threat that the feminist break with traditional domestic forms seems to represent in sexual terms. Right-wing women live in the same world as feminist women, and experience the same threats (of male sexual violence) and the same possibilities of sexual objectification. In the case of right-wing women this is not countered by any sense of feminist solidarity though other forms of female community may be asserted. On the contrary feminism may be seen as precisely a force that is undermining women’s basic hold on social, economic and sexual stability — marriage, family life and protection by men. In a culture where it is still relatively difficult for many women to become economically independent, and where status depends on the position of the male, women may see their very survival as dependent upon family life." [mijn nadruk] (37)

Vrouwen die bescherming zoeken bij mannen en daarmee die mannen ondersteunen. Achter elke vreselijke man staat een ondersteunende vrouw... Het is een groot probleem, dat is waar.

Kritiek op de seksuologie

Weeks is opvallend negatief over die benadering.

"The question that inevitably arises is: how important were these writers and researchers, this apostolic succession from Krafft-Ebing to Masters and Johnson, from Havelock Ellis and Freud to Kinsey and beyond, in shaping the way we think — and hence experience — our sexualities? (...) These self-proclaimed pioneers, those avatars of sexual enlightenment, worked to build a science of desire, a new continent of knowledge that would reveal the hidden keys to our nature. In so doing they also lent support to other, more dubious activities, from the pathologizing of ‘perverse’ sexual practices to the construction of racist eugenics, from the celebration of sexual antagonisms to the institutionalisation of dubious ‘treatments’. They contributed, in diverse ways in the twentieth century, to the shaping and maintenance of an elaborate technology of control. The more we delve into this complex, sometimes noble, sometimes murky, history, the more we can perceive that ‘Nature’, pure human nature, had very little to do with it." [mijn nadruk] (63)

Ik denk dat ik snap wat Weeks bedoelt: er werd geschreven in termen van 'drift' en 'instinct' en 'impuls', van biologie en fysiologie. Je ziet dat bij Freud ook. De invloed van het biologische 'framework' van Darwin's evolutietheorie was immens. Dat was de eerste beslissende factor die de benadering van seksuologen in de richting van 'de natuur' trokken. Je kijkt dan naar mensen, praat over mensen alsof ze dieren zijn die in hun gedrag gedetermineerd worden door biologische etc. oorzaken en zelf geen enkele keuze hebben. Het is de hekel die ik zelf bijvoorbeeld heb aan evolutionaire psychologie waarin gedrag ook de hele tijd teruggevoerd wordt op biologische aspecten. Dat leidt tot essentialistisch denken over wat normaal (seksueel) gedrag is: van nature is het zo dat ... en daarom is dit gedrag normaal en dat gedrag abnormaal en pervers.

En natuurlijk hebben die perverse mensen dan anderen nodig die hen kunnen helpen in hun 'afwijkingen van normaal seksueel gedrag' (psychiaters en andere medici, therapeuten, rechterlijke macht), hun gedrag kunnen 'bijstellen' met allerlei ingrepen (somatisch, therapeutisch, veroordeling en opsluiting), en zo verder. En uiteraard wordt daarbij niet meer gekeken naar de sociaal-culturele en normatieve aspecten rondom seksueel gedrag.

"Historians have challenged their claims to modernity. Philosophers of science have queried their scientificity. Feminists have attacked their patriarchal values. Homosexuals have resisted their medicalising and pathologising tendencies. The walls of the citadel are still standing; but their foundations are beginning to crumble under the challenge. (...) Such doubts must be redoubled when we approach the inexact human sciences, and the even less precise domain of sex. The object of sexological study is notoriously shifting and unstable, and sexology is bound, by countless delicate strands, to the preoccupations of its age. It is impossible to understand the impact of sexology if we simply accept its own evaluation of its history. Sexology emerged from, and contributed to, a dense web of social practices. This should propel us at least to look again at its claims to enlightenment, and scientific neutrality."(72)

Weeks vindt dat de seksuologen zichzelf belangrijk maakten door een alliantie aan te gaan met de medische wereld, met dat bevooroordeelde normatieve kader van medici. Dan mochten ze publiceren, dan kregen ze erkenning. Seks werd beschreven in somatische termen als de natuurlijke biologische kracht die door de cultuur gecontroleerd moest worden. Een heel traditioneel idee en dan nog vooral als geldend gezien voor mannen. De metaforen zijn typisch masculien: een dam die dreigt te breken, een vulkaan die dreigt uit te barsten, en zo verder. Vrouwen hadden die innerlijke drang / dat instinct / die impuls / die drift zogenaamd niet of heel wat minder. Binnen het kader van seks als voortplanting hadden zij wel een moederinstinct. Typisch. De hele rolverdeling tussen mannen en vrouwen waarvan we nog steeds last hebben werd op die manier 'wetenschappelijk' in de wereld gezet.

Een tijdlang waren er wel reacties tegen dit evolutionaire model, bijvoorbeeld door antropologen als Mead. Maar daarna kregen we toch weer de sociobiologie en de evolutionaire biologie / evolutionaire psychologie. Weeks betwijfelt terecht de wetenschappelijkheid ervan.

"The easy generalisation to back up a theoretical point is a characteristic of sociobiological writings on sex, but hardly one to inspire confidence in its ‘scientific’ quality."(115)

"My purpose here is not to denigrate biological evidence. Any theory of sexuality will need recourse to an understanding of bodily possibilities and limits. But the disturbing thing about the revived search for biological explanations of social behaviour is that the urge to fill a conceptual gap is stronger than an adherence to theoretical consistency and political judgment. A good example of the seductive temptations of an ostentatiously biological explanation is the Kinsey Institute’s final publication on homosexuality, Sexual Preferences."(119)

Maar dan nog geldt, volgens mij, dat er positieve aspecten zaten aan het feit dat seksuologen eindelijk min of meer openlijk over seksueel gedrag spraken. Ook bekritiseerdenn sommigen de negatieve invloed van religie (met name het christendom) op de beleving van seksualiteit en zaten anderen in hervormingsbewegingen die bv. homoseksualiteit uit de criminele sfeer wilden halen. Toch is er geen enkele positieve erkenning bij Weeks.

Intergenerationale seks

Weeks bepleit dus de hele tijd dat radicale pluralisme. Ik heb mijn twijfels. Al die verschillende groepen die voor hun eigen belang opkomen en erkenning willen, is dat het dan? Geen standpunten ten aanzien van pornografie, sm, pedofilie of allerlei andere discutabele vormen van seksualiteit? Geen standpunten over machtsverhoudingen? Alles reguleert zichzelf omdat regulatie van 'bovenaf' niet hoort? Ik vind dat radicale pluralisme wel erg gemakkelijk.

Ook die claim dat we de baas zijn over ons eigen lichaam — het recht om te kiezen — is niet onproblematisch. Vanaf welke leeftijd bijvoorbeeld? Een kind van zeven dat piercings wil. Een kind van vijf dat niet ingeënt wil worden. Een meisje van negen dat bij de aardige buurman wil slapen. Een vrouw die in de achtste maand van haar zwangerschap een abortus wil. Een man van 65 die dood wil, terwijl hij nog gezond is. Vragen genoeg op dit vlak.

En daarom ben ik niet verbaasd als ik zie dat Weeks dat pluralisme niet vol kan houden. Hij bespreekt van p. 224 tot p. 230 bijvoorbeeld Tom O'Carroll's boek The radical case, een auteur die pedofilie verdedigt.

"There are two powerful arguments against this. The first, put forward by many feminists, is that young people, especially young girls, do need protection from adult men in an exploitative and patriarchal society, whatever the utopian possibilities that might exist in a different society."(225)

Het is waar dat de meeste mannen (en vrouwen) niet deugen, maar een argument voor bescherming sluit altijd van alles uit: 1/ alle mannen worden gemakzuchtig over een kam geschoren; 2/ er wordt niets gedaan om mannen qua mentaliteit te veranderen, sterker nog: ook vrouwen en zelfs feministische vrouwen bevestigen hen de hele tijd in hun typische masculiene gedrag; 3/ nog precieser: alle aandacht gaat uit naar de seks, maar er wordt niets gedaan om het gewelddadige karakter van de samenleving en van de mannen (en vrouwen) (alle competitite, in sport, in games, in SM, in oorlog voeren) daarin te veranderen; 4/ die kinderen worden klein gehouden, hun 'agency' wordt niet erkend, omdat een aantal oudere dames het beter zeggen te weten.

"Secondly, there is the difficult and intricate problem of subjective meaning. The adult is fully aware of the sexual connotations of his actions because he (and it is usually he) lives in a world of heavily sexualised symbols and language. The young person does not."(226)

De kloof tussen de belevingswereld van volwassene en kind zou dus te groot zijn. Ook een erg zwak argument. Mannen en vrouwen ervaren dingen ook verschillend, zwart en wit, gehandicapt of niet, afkomst, eerdere ervaringen, alles speelt mee in hoe we dingen ervaren / betekenis geven. Oud en jong dus ook. Wat is het probleem als dingen verschillend worden ervaren? Als het plezierig en fijn is is dat ook voor een jongere aanvaardbaar, al wordt het etiketje 'seks' nergens opgeplakt. Waarom moet je meteen die overdreven culturele nadruk op wat seks is loslaten op de situatie?

Maar Weeks is niet kritiekloos op dit punt, intgendeel, hij bestrijdt ook allerlei mythen rondom pedofilie. Zijn conclusie zit dan toch weer aardig op het spoor van het radicale pluralisme:

"If a progressive sexual politics is fundamentally concerned with sexual self-determination then it becomes impossible to ignore the evolving self-awareness of the child. That means discouraging the unwelcome imposition of adult meanings and needs on the child, not simply because they are sexual but because they are external and adult. On the other hand, it does mean providing young people with full access to the means of sexual knowledge and protection as it becomes appropriate. There is no magic age for this ‘appropriateness’. Each young person will have their own rhythms, needs and time scale. But the starting point can only be the belief that sex in itself is not an evil or dirty experience. It is not sex that is dangerous but the social relations which shape it." [mijn nadruk] (230)

En het geweld er omheen is daar een onderdeel van.

Slot

Dit is een uitvoerig boek met soms briljante conclusies en met soms een discutabele insteek. Ik heb een hekel aan reductionisten, maar ik krijg op een gegeven moment ook een hekel aan iemand als Weeks die alles eindeloos ingewikkeld maakt en daardoor in een wolk van vaagheid blijft hangen.

Of anders gezegd. Ik houd evenmin van essentialisme, maar ook niet van poststructuralisme / postmodernisme waarin er geen waarheid bestaat en alles een gevolg is van een toevallige samenloop van omstandigheden. Geen wonder dat niemand het ooit met elkaar eens is.