Dit is een bundel artikelen onder redactie van Theo Sandfort en Jany Rademakers, twee Nederlandse onderzoekers die (indertijd) verbonden waren aan de Universiteit van Utrecht en ook werkten voor het toenmalige NISSO.
Ook deze auteurs wijzen op de eenzijdigheid waar het gaat om onderzoek naar de seksualiteit van kinderen. Het normale seksuele gedrag wordt zelden onderzocht, vrijwel al het onderzoek gaat over seksueel misbruik van kinderen.
"Child sexuality is a rather neglected field in sex research. One might get a different impression, though, if one searches the scientific literature with ‘child sexual development’ as a search term. However, almost all references one will find deal either directly or indirectly with sexual abuse. There are very few papers about what one might call ‘normal child sexual behavior.’ It is hard to avoid the impression that the only way in which children figure in sexological research is as objects of sexual abuse. The child as a subject learning about sexuality and capable of experiencing sexual pleasures doesn’t seem to exist in scholarly papers." [mijn nadruk] (1)
Of zoals de auteurs Jany Rademakers, Marjoke Laan en Cees J. Straver verderop opmerken:
"Sexuality and the normal sexual development of children under the age of 12 have long been neglected topics in scientific studies. As a result of this, theory, empirical data and methodological knowledge in this area remain scarce (Laan 1994, Van der Zanden 1992, Sandfort 1989, Constantine and Martinson 1981). This lack in knowledge about normal sexual behavior of children is felt even more strongly since child sexual abuse has become an important theme in debate, counselling and research in the past decade. Criteria about what was to be considered normal and abnormal had to be established, since abnormal sexual interest and behavior is regarded as an indication that a child had been abused." [mijn nadruk] (50)
Of nog weer verderop door de auteurs Lucia F. O’Sullivan, Heino F. L. Meyer-Bahlburg, Gail Wasserman:
"Our understanding of child sexuality is very unsatisfactory, in part because research in this area has progressed slowly due to concerns of parents, institutional review boards, school authorities, granting and community agents. Some members of these groups worry that this line of inquiry will have adverse consequences, such as causing distress in child participants or stimulating them to engage in sexual activities." [mijn nadruk] (81-82)
Waarom ligt dat zo?
"First of all, child sexuality is a very sensitive issue. If people, and parents in particular, are even willing to accept the idea that children have sexual feelings and desires, it is unlikely that they are willing to let their child participate in a study focussing on sexuality. The innocence of the child has to be protected and participation in research might injure that innocence. Children are supposed to develop their sexuality without any interference from outside. An unintended consequence of the discussions about sexual abuse might be that each interest in child sexuality, even that of researchers, is suspect." [mijn nadruk] (1)
Dat laatste is erg vervelend voor onderzoekers. Die worden vaak weggezet als halve garen met een ongezonde belangstelling voor kinderen. En hun onderzoek kunnen ze vaak niet gepubliceerd krijgen, omdat het onderwerp zo taboe is en zo in de negatieve sfeer is getrokken door al die nadruk op seksueel misbruik.
Het tweede probleem is uiteraard methodologisch van aard. Hier worden ook een paar onderzoeken besproken waarbij de onderzoekers er in slaagden zelfs jonge kinderen te interviewen en dicht bij hun leefwereld te blijven. Er zitten heel interessante onderzoeksopzetten bij.
Ook het verzamelen van de observaties van ouders, met name moeders, kan als methode gehanteerd worden. Wel jammer dat dit onderzoek van Sandfort en Cohen-Kettenis (zie p. 105 e.v.) alleen moeders ondervraagt, alsof moeders alles van hun kinderen zien en weten en vaders niets.
Vergelijkende onderzoeken zijn er ook (zie p. 117 e.v.), bijvoorbeeld de VS tegenover Nederland. De Verenigde Staten worden hier beschreven als een meer masculiene samenleving en Nederland als een meer feminiene samenleving. Dat is een interessant idee:
"Masculine and feminine societies differ with respect to general values, relationships between men and women, child rearing practices, the organization of work, as well as national policies. Masculine and feminine societies also differ regarding sexuality, the latter generally being more permissive (Hofstede, 1998). That the Netherlands has a more permissive sexual climate than the United States has also been documented in the World Values Studies (Van den Akker, Halman & De Moor, 1994)," [mijn nadruk] (119)
Maar het kan ook veel zaken toedekken die grote invloed hebben op de waarden en normen die dat seksuele klimaat bepalen. Worden de woorden religie, christelijk, conservatief hier vermeden?
Het gevolg van die hele taboesfeer rondom seksualiteit is verder dat kleine kinderen in het Westen hooguit iets weten over zwangerschap en geboorte, maar niets weten over het seksuele gedrag van volwassenen. En de kennis die ze opdoen komt steeds meer van digitale vaak pornografische en seksistische media met een bijzonder eenzijdige en verkeerde beeldvorming als gevolg. In andere culturen en zelfs in andere landen kan dat anders liggen.
"The authors also showed that English-speaking children (from USA, Australia, and England) tended to provide realistic accounts of birth exit by 11 years, among Swedish children, the corresponding age was 9 years. More than one-third of the Swedish sample gave a realistic answer already at age 5."(9)
Waaraan je ziet dat seksuele voorlichting kinderen echt helpt om een realistisch beeld te krijgen.
Het gaat hier om een niet zo omvangrijk boek, maar de inhoud ervan is interessant en kritisch.
Ik ben hoe dan ook blij met de vooruitstrevende Nederlandse voorlichting en ondersteuning en de vele onderzoeksinitiatieven op dit terrein. Van de toenmalige NVSH (= Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming) en het NISSO (= Nederlands Instituut voor Sociaal Sexuologisch Onderzoek) tot aan het huidige onafhankelijke expertisecentrum seksualiteit Rutgers. Bravo.