James R. Kincaid (1937) is of was een Amerikaanse hoogleraar Engelse taal- en letterkunde aan de University of Southern California. Dit boek bespreekt de seksualisering van kinderen in de (Amerikaanse) cultuur.
Kincaids benadering is er een van 'storytelling' en 'narratives', die zoals bekend niet bepaald tot helder geschreven teksten leidt. Het is discoursanalyse in de lijn van Foucault. Discoursanalyse onderzoekt geschreven of gesproken taal in relatie tot de sociale context, probeert de politieke insteek in een narratief te achterhalen, en zo verder. Kincaid past dat toe op het 'verhaal' dat mensen vertellen over het misbruik van kinderen.
"Few stories in our culture right now are as popular as those of child molesting, and I wonder why this should be so. We are likely to say that the reality of sexual child abuse compels us to speak, to break the silence; but I would like to poke at that compulsion and at the connections between “the reality of sexual child abuse” and the stories we tell about it. Why do we generate these stories and not others? What rewards do they offer? Who profits from their circulation, and who pays the price?" [mijn nadruk] (3)
Hij constateert dat het verhaal over misbruik, kinderlijke onschuld, en zo verder, een soort van winst betekent voor de vertellers ervan. Er zijn veel mensen die er belang bij hebben dat het verhaal bestaat zoals hulpverleners in de jeugdzorg, psychologen, therapeuten, juridische medewerkers, gevangenispersoneel, allemaal mensen die hun geld verdienen met de 'aanpak' en 'bestrijding' van seksueel misbruik. Als er al een probleem is, houden ze dat probleem zonder meer in stand.
Dat verhaal over misbruik maakt ook dat mensen met gemak beschuldigd worden, iedereen komt er voor in aanmerking. En ben je eenmaal beschuldigd, dan komt het nooit meer goed met je, want "only the guilty plead not-guilty"(10) en rationaliteit is ver te zoeken.
Aan de andere kant leidt datzelfde verhaal tot slachtoffergedrag waarbij iemand zelf nooit schuld draagt en alles altijd aan anderen ligt.
"It is also notable that the story offers to the abused the role of the blameless victim, responsible for little and able to understand and explain his life in very satisfactory terms: mistakes and misfortunes rest at someone else’s door; only the successes are his doing." [mijn nadruk] (12)
Het is een verhaal vol simplificatie en dogma. Kincaid ontkent natuurlijk niet de realiteit van seksueel misbruik en begrijpt dat 'slachtoffers' de suggestie dat ze 'alleen maar een verhaal' vertellen pijnlijk kunnen vinden. Maar het draait hier om de betrekkelijkheid van waarheid. Alles wat mensen vertellen is niet zonder meer waar, een simpele benadering als 'zo is het gewoon' wil hij bestrijden.
De eenzijdigheid van het verhaal over misbruik is ook zichtbaar in het taalgebruik: 'sex offenders' werden bijvoorbeeld 'sex predators', het is een taalgebruik dat typisch is voor een hetze, voor een morele paniek. In datzelfde verhaal worden termen als 'puur' en 'onschuldig' gebruikt als het om kinderen gaat, vage containerbegrippen die alles en niets kunnen betekenen. Ook komen we er kretologie tegen als 'kindermisbruik is erger dan moord'.
Het hele verhaal heeft dus een functie voor bepaalde (groepen) mensen, al is het maar om te kunnen wijzen op een 'moreel en spiritueel verval' zoals christenen en conservatieven zo graag doen. Daarnaast is het verhaal individualiserend en leidt het af van maatschappelijke oorzaken en oplossingen.
Het verhaal over misbruik leidt ook tot een pleidooi voor de bescherming van kinderen, een pleidooi dat allerlei dubbele bodems kent. Om kinderen te kunnen blijven beschermen roepen mensen allerlei bedreigingen op. Nu zijn dat bijvoorbeeld de pedofielen die overal en nergens zijn.
"The “pedophile” is the place where a host of current revulsions are relieved; it is perhaps our most frequented cultural and linguistic toilet."(88)
"As Richard Mohr points out in a superb and acidic essay, “The Pedophilia of Everyday Life,” our culture is saturated with “pedophilic images,” which are “surprisingly common” given that we “careen from hysteria to hysteria over the possible sexiness of children.”"(97)
'We' zorgen zelf voor de demonen die we willen bestrijden. Niemand die het verhaal over misbruik vertelt, kijkt nog kritisch naar de cijfers. Het aantal ontvoerde en gedode kinderen wordt zwaar overdreven, hetzelfde geldt voor seksueel misbruik waar cijfers belachelijk hoog zijn, omdat definities zo vaag zijn dat alles er onder kan vallen. Zie p.80. Andere mythes beschrijft Kincaid vanaf p. 81. Bijvoorbeeld: kinderen zullen nooit liegen over seksueel misbruik. Alsof kinderen zo simpel, zo engelachtig zijn. En: als kinderen misbruik ontkennen wijst dat er op dat het er was, maar als ze zeggen dat het er was is dat altijd waar. Volwassenen willen dus alleen maar horen dat dat misbruik er was. Mensen hebben er in concrete gevallen ook gemakkelijk oordelen over, al weten ze helemaal niets van die gevallen. Kijk maar eens naar reacties van reaguurders bij een artikeltje over een misbruikgeval in een digitaal blad. Door dit soort dingen is de situatie in de VS volgens Kincaid totaal uit de hand gelopen.
"Two thousand children are killed every year, and more than 140,000 are seriously injured; even more are cast away: children without any home at all represent the fastest-growing distressed population in this country. One-fourth of U.S. children live “below the poverty line,” with an estimated 10,000 dying every year “as a direct result of poverty.” Nine out of every 1,000 American babies never reach their first birthday, a world ranking of twentieth, which is better than the thirty-first we get in low birthweight babies (finishing behind Turkey and Iran). Sixty percent of our two-year-olds are not immunized; 8.3 million U.S. children have no insurance coverage at all; 22,000 infants are abandoned yearly in hospitals; the rate of adolescent suicide has tripled since 1960; teenagers are five times more likely to be crime victims than adults over thirty-five; and among the new syndromes is shaken baby syndrome, “the most common cause of death in children under a year.” As a recent Carnegie Corporation study says, what we have is a “quiet crisis.” (...) Children suffer and die, and we tell ourselves we’re protecting them with milk cartons, say-no comic books, undying vigilance against child lovers, and no-touch day care. This last innovation gives us, we might say, our protection story in its purest form and in action — nobody touches, no one sits on a lap, no comforts, no hugs." [mijn nadruk] (108)
Kincaids tweede punt is dat het verhaal over kinderen vol tegenstrijdigheden zit. Mensen praten over seksueel misbruik en tegelijkertijd zijn ze op allerlei fronten bezig om kinderen als erotisch aantrekkelijk neer te zetten. Denk aan film, media, reclame, denk aan schoonheidswedstrijden (zie verderop).
"For all the pleasure it offers, this talk has some effects we might consider undesirable. Since I have much to say about that sort of thing later, I’ll make do here with a list:
1. It directs our attention away from more pressing ills.
2. It allows us to continue eroticizing children while denying we are doing any such thing.
3. It creates the sexualized child we pretend we are sanitizing.
4. It projects onto others a whole host of failures we may be experiencing as parents and as a culture.
5. It attacks working mothers most viciously.
6. It raises such fears of touching that any form of intimacy may seem hardly worth the risk.
7. It gives the police and policing agencies Godlike power."(21)
De uitleg in dit deel is normatief en tegelijkertijd onduidelijk. Dat het kind cultureel gesproken pas 200 jaar bestaat heeft Ariès onderzocht en klopt. Dat zich sinds de Romantiek een beeld van het kind ontstond als onschuldig, primitief, niet corrupt, kwetsbaar, onwetend klopt ook.
Maar hoe ligt de samenhang met seksualiteit? Wat bedoelt hij met dat seksualiteit cultureel gezien 'geïmplanteerd' werd in het kinderlijke bestaan en dat dat niet had moeten gebeuren? Die kinderlijke seksualiteit was er al lang vóór al die acties tegen masturbatie en zo in de 19e eeuw waarvoor artsen zich zo graag leenden. Freud was rond 1900 echt niet de eerste die andere ideeën had, de kinderlijke seksualiteit werd al langer onderzocht.
Wat Kincaid hier beweert, is dat kinderen seksualiteit opgedrongen kregen, iets wat ze niet van zichzelf uit hadden. Maar dat is pertinent onwaar. Wat ze opgedrongen kregen was onschuld, onder andere in de betekenis van seksloosheid. Maar het kind was nooit op die manier onschuldig. Een aantal domme volwassenen wilde graag dat dat zo was en begon dit als ideaalbeeld neer te zetten. Tegen de werkelijkheid in dus. Het kind moest gedwongen worden om aseksueel te zijn, omdat volwassenen dat wilden.
Van de andere kant zegt Kincaid dan weer dat het kind werd geseksualiseerd door te benadrukken dat het niets met seks heeft. Met andere woorden: we seksualiseren kinderen door ze als seksuele wezens te zien en we seksualiseren kinderen door te ontkennen dat het seksuele wezens zijn. Of we nu zeggen dat kinderen hun eigen seksualiteit hebben of zeggen dat ze die niet hebben, het praten, het verhaal alleen al over die kwestie seksualiseert kinderen. Wat hij hier beweert blijft postmodern vaag en tegenstrijdig. Het lijkt er uiteindelijk sterk op dat hij toch weer het onschuldige kind zit te verdedigen.
Kincaid heeft een vreemde manier van redeneren, vind ik. Als je zegt dat iets (een kind) een bepaalde eigenschap niet heeft (belangstelling voor seks) dan is het in zijn visie door dat verhaal erover alleen al zo dat een kind die eigenschap dus toch heeft. De taal maakt dan de werkelijkheid. Dat is de rare 'logica' van de oude Sofisten.
Ik houd er niet van dat Kincaid in dat narratieve standpunt blijft hangen en de hele tijd doet alsof we ons niet uit het bestaande verhaal los kunnen maken en er deel van uitmaken of we willen of niet. Denk aan opmerkingen als dat 'wij' als ramptoeristen het verhaal in stand houden via de sensatiepers, oppervlakkige rechtspraak, etc. en dat we niet anders kunnen.
Ik vind dat een raar soort determinisme. Alsof de taal de wereld maakt in plaats van weerspiegelt. Je kunt wel degelijk afstand nemen en boven een dominant verhaal gaan staan of een ander verhaal vertellen. Je kunt wel degelijk enorm veel kritiek leveren op het soort zaken als media, en rechtbanken. In feite doet Kincaid dat ook wel. Hij is duidelijk in zijn kritiek op die dingen, maar hij neemt desondanks geen standpunt in over seksueel misbruik want of je nu — bij wijze van spreken — voor of tegen seksueel misbruik pleit, je houdt altijd het verhaal in stand dat kinderen seksualiseert.
Waarom schrijft hij er dan een boek over als hij dat niet wil? zo vraag ik me af. Kincaid denkt dat de wereld verandert door een ander verhaal te vertellen. Maar 'getting the story right' is net zo normatief natuurlijk.
Kincaid besteed in dit boek veel aandacht aan de praktijk van seksualisering. Hij heeft het bijvoorbeeld over de schoonheidswedstrijden ('pageants') in de Verenigde Staten waar ouders hun kinderen mee naar toe slepen:
"There are now more than 250 national beauty pageants, with more coming, the fastest growing being for the eight-and-under gorgeous. That’s national: there are (my guess) 730,000 local contests just for babies and primary-schoolers. At least half a million contestants are under twelve, officials estimate, and it’s a $5 billion a year industry, say other officials."(103)
Maar de meeste aandacht gaat toch uit naar films. Kincaid geeft een aardig overzicht van allerlei films waarin kinderen op een bepaalde manier worden neergezet, maar de normatieve interpretatie ervan is ontzettend vaag en aanvechtbaar en roept veel vragen op. Want in bijna elke film die hij opvoert zouden kinderen volgens hem worden geseksualiseerd.
Kinderen in die films zouden volgens Kincaid de pedofiele fantasie van (mannelijke) volwassenen prikkelen. Denk aan Shirley Temple, denk aan de 1956-film Baby Doll met Caroll Baker, denk aan Lolita (1962 wordt hier beschreven), denk aan Pretty Baby met Brooke Shields.
Maar dat is een vreemde uitdrukking die in discussies over seksualisering wel vaker opduikt: seksueel getinte beelden van kinderen (wat dat ook moge zijn) zouden voer zijn voor pedofielen. Wat betekent dat precies? Dat al die films met kinderen gemaakt worden, zodat (voornamelijk) pedofiele mannen daar lekker opgewonden van kunnen worden? Dat is wat Kincaid in ieder geval suggereert. Ik heb zelf ook een aantal van die films die hij noemt geanalyseerd (zie elders op deze website) en ik begrijp werkelijk niet wat hij bedoelt. Tja, als je een familiefilm als Fly away home al verwijt dat hij seksualiseert...
Het is wel duidelijk uit zijn beschrijvingen van die films dat Kincaid vindt dat kinderen geen eigen seksualiteit hebben en dat het daarover dus nooit kan gaan in een film. Ook vindt hij (iets van) naaktheid bij kinderen in films bijna per definitie seksualiserend. Hij blijkt conservatief.
Hij heeft dus ook geen antwoorden op vragen als deze. Wat is er zo erg aan als kinderen in hun blootje rondlopen in een film? Wat is er verkeerd aan als kinderen niet onschuldig zijn en wel op de hoogte zijn van seks? Waarom is er sprake van seksualiseren / van mannenfantasieën als kinderen zo weergegeven worden? En hebben vrouwen die fantasieën niet dan? Waarom is het niet gewoon het weergeven van een feitelijke realiteit tegen alle ideologische verdrukking in, namelijk dat kinderen op hun manier ook seksuele wezens zijn? En wat heeft dat met pedofilie te maken?
Dit is een wonderlijk boek. Het bevat originele ideeën en is tegelijkertijd op allerlei punten nogal kortzichtig en ergerlijk. De opbouw en inhoud van het boek zijn soms net zo vaag als de titel. En door het postmoderne geblaat is het een moeilijk leesbaar en nogal onbegrijpelijk boek.
Ik ben het wel eens met Kincaids idee dat al het gepraat over seksueel misbruik en slachtoffers dubbele bodems heeft. Het verhaal over misbruik is zoals Kincaid uitlegt een verhaal vol verontwaardiging, in combinatie met het aanwijzen van monsters waar mensen op een bepaalde manier genoegen aan beleven. Het is een soort van rampentoerisme waarbij mensen wel graag elk detail willen weten.
Ik ben het niet eens met zijn weergave van seksualisering, omdat zijn uitgangspunt van 'erotic innocense' bij kinderen niet deugt.