De auteur was als kritisch psycholoog verbonden aan de University of Western Sydney, in Australië en had het al over de thema's in het latere seksualiseringsdebat in Australie vóór 2006 (Rush / La Nauze).
De eerste paniek die ze beschrijft betreft de gevaren voor kinderen door het geweld en de verslavende werking van 'games' en Internet. Onderzoek op dat punt komt vooral uit de VS. Maar dat is / was voornamelijk een angst van volwassenen, terwijl kinderen zaken op dat punt veel beter weten te relativeren.
"Concern about violence and addiction were two of the major concerns addressed by research on video games, as was previously also the case with the arrival of video technology. In the USA in particular, such research appears to have developed in tandem with the anxiety about the loss and disappearance of childhood itself, with figures such as Neil Postman (1983)(...) This can be put together with the fact that almost all research on violence and the media comes from the USA." [mijn nadruk] (8-9)
De andere paniek / angst betreft het vroegrijpe 'erotische' meisje. Ze wijst op de seksualisering in de cultuur.
"... the topic of popular portrayals of little girls as eroticised, little girls and sexuality, is an issue which touches on a number of very difficult, and often, taboo areas. Feminism has had little to say about little girls, except through studies of socialisation and sex-role stereotyping. With regard to sexuality, almost all attention has been focussed on adult women." [mijn nadruk] (11)
"The topic of little girls and sexuality has come to be seen then as being about the problem of the sexual abuse of innocent and vulnerable girls by bad adult men, or conversely, less politically correct but no less present, the idea of little girls as little seductresses. I want to open up a set of issues that I believe are occluded by such debates. That is, in short, the ubiquitous eroticisation of little girls in the popular media and the just as ubiquitous ignorance and denial of this phenomenon." [mijn nadruk] (12)
Het feminisme heeft in het verleden dus weinig positieve aandacht besteed aan de seksualiteit van opgroeiende meisjes. De aandacht ging alleen maar negatief uit naar machtsmisbruik en seksueel misbruik van meisjes door mannen. Dat is veel te schematisch en eenzijdig gebleken, dat ben ik met Walkerdine eens. Ook vrouwen misbruiken, ook jongens worden misbruikt, er zijn andere belangrijke thema's. Seksualisering is er daar een van.
Ze geeft een voorbeeld van een zesjarig meisje dat zich in de klas netjes gedraagt en op de wc erotisch getinte liedjes zingt uit de populaire cultuur van dat moment.
"In moving out of the public and highly surveilled space of the classroom, where she is a ‘good, well-behaved girl’, to the private space of the toilets she enters a quite different discursive space, the space of the little Lolita, the sexual little girl, who cannot be revealed to the cosy sanitised classroom. She shifts in this move from innocent to sexual, from virgin to whore, from child to little woman, from good to bad."(12)
Dat voorbeeld van het zingende meisje is boeiend, maar Walkerdine's analyse slaat volgens mij nogal de plank mis. Ze stopt er te veel theorie in. In de klas kun je nu eenmaal niet zo maar gaan staan zingen of dansen, ook al is het nog zo'n onschuldig liedje / dansje, dus dat doe je in de toiletten. En dat dat meisje dingen uit de media naspeelt en imiteert is niet hetzelfde als dat ze zich ermee identificeert of dat ze is wat ze speelt.
In die analyse is de invloed van Foucault duidelijk. Walkerdine wijst er in lijn met dat denken op dat het beeld van kinderen sociaal geconstrueerd wordt. Het natuurlijke kind als het onschuldige kind voor wie seksualiteit niet bestaat, is dus ook een sociale constructie. Jongens worden daarbij anders gezien dan meisjes, wat leidt tot de bekende dubbele moraal. Tegenover het onschuldige kind staat dan het erotische kind zoals in de media. Voor meisjes met name vormt dat volgens Walkerdine een grote bedreiging. Het is de populaire en commerciële cultuur die die kleine Lolita creëert.
Maar vindt de auteur nu dat die erotische beeldvorming ver gehouden moet worden van jongens en meisjes? Dat lijkt zo, maar is niet helemaal duidelijk. Van één kant horen we dat die beelden van kleine verleidelijke Lolita's en zo de natuurlijke ontwikkeling van meisjes aantasten en dat we dat moeten vermijden. Maar van de andere kant wijst ze op de complexiteit van dat soort oordelen. Ze wijst op de media, met name op de wereld van advertenties en marketing waarin die seksualisering plaatsvindt. Dat is die populaire cultuur die volwassen vormen van seksualiteit op kinderen 'plakt' en binnenbrengt in die andere wereld van het natuurlijke 'seksloze' kind.
Het is allemaal nogal dubbel en ingewikkeld, vindt de auteur. Er worden heel tegenstrijdige beelden van meisjes geconstrueerd. En het is overal in de media, het beeld van een erotisch kind is echt niet alleen maar het beeld van een paar verdorven volwassenen. Binnen dat beeld groeien meisjes dus op en ontwikkelen ze hun persoonlijkheid, maar dat fenomeen is nog nauwelijks onderzocht.
Dat mag waar zijn, maar wat is nu het uiteindelijke standpunt van deze auteur over die seksualisering? Dat blijft vaag.
Waardevol aan dit artikel is de nadruk op die sociale constructies van hoe we kinderen zien. Het beeld van 'het onschuldige kind' of 'de natuurlijke ontwikkeling van het kind' is net zo'n constructie als het beeld van het erotische kind. In de praktijk is er echter sprake van een groot spanningsveld met een hoop aanleidingen voor debat en paniek: het eerste beeld van het onschuldige kind van vooral opvoeders wordt steeds meer ondermijnd door het tweede beeld van het erotische kind dat de media en de marketeers in de wereld zetten.
Nog een ding.Net als bij het eerste deel over de invloed van 'gaming' zou ik hier ook graag de conclusie uitgewerkt zien dat kinderen — jongens én meisjes — meer weten dan hun opvoeders denken en ook op dit punt hun grenzen wel kennen. Ik denk eigenlijk dat kinderen niet zo erg in de war raken van het erotische aspect van de populaire cultuur. Ik denk wel dat ze in de war kunnen raken van de eeuwige nadruk op een perfect uiterlijk, op materiële rijkdom, en zo verder. En vooral ook van gewelddadig gedrag.