>>>  Laatst gewijzigd: 15 augustus 2024   >>>  Naar www.emo-level-4.nl  
Ik

Filosofie en de waan van de dag

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Morele paniek ('moral panics')

boeken bij het thema

artikelen bij het thema

Voorkant Ernest A. BELL e.a.
Fighting the traffic in young girls - or war on the white slave trade
Urbana-Champaign: University of Illinois, 1910, 481 blzn.
[zie uittreksel op emo-level-4]

Fighting the traffic in young girls

Zo maar een van de oude boeken waarin de handel 'in blanke vrouwen en meisjes' aan de kaak gesteld werd door diverse auteurs. Die handel was rond 1900 wereldwijd een zorg voor de overheid. Het was een morele paniek. Ik gebruik het boek om te laten zien hoe normatief zo'n pleidooi al gauw wordt.

Dat zie je zelfs al aan de titel. Waarom gaat het alleen over de handel in 'blanke vrouwen en meisjes'? Is de handel in vrouwen en meisjes met een donkere huidskleur niet erg of minder erg?

Ernest A. Bell — de editor van deze bundel — valt zelf meteen door de mand in de eerste hoofdstukken.

"How many hundreds of innocent American and European girls have been led away to heathen and Mohammedan lands, on false promises of good positions as teachers, governesses, or even as missionaries, only the open books of the day of judgment will disclose."(28)

Het christelijke Amerika doet blijkbaar zelf niet aan mensenhandel. De slavenhandel, de binnenlandse handel in vrouwen en meisjes (al of niet uit het buitenland) bestaan in de VS blijkbaar niet. Verderop benoemen andere auteurs dat een stuk eerlijker.

Ideologische blindheid

Dat krijg je ervan als je dit soort zaken benaderd vanuit religie — god en de bijbel worden door Bell voortdurend ingezet — en als het doel zoiets is als 'de puurheid van vrouwen en de onschuld van meisjes' beschermen.

"Let me first of all greet you as co-workers in a cause which is very dear to the heart of God, and which is really Christianity in practice. (...) and in the name of humanity, and better still, in the name of God, give battle until the foe is vanquished, yea, eternally routed, the honour of womanhood vindicated, and the chains of lust loosened from the minds and hearts of humanity." [mijn nadruk] (29-30)

Dit als voorbeeld van de christelijke ideologie op de achtergrond en de waarden en normen die daarin verdedigd worden: god is belangrijker dan mensen, lust is iets waar we van af moeten.

Prostitutie

Prostitutie wordt door veel auteurs de hele tijd als immoreel beschreven en prostituees als immorele vrouwen, ook al wordt tegelijkertijd gezegd dat ze gedwongen werden tot prostitutie. De vraag die je meteen kunt stellen: is dit een pleidooi tegen mensenhandel of een pleidooi tegen prostitutie en andere vormen van seksuele praktijk? Worden hier de mannelijke en vrouwelijke misdadigers aangepakt of worden hier hun slachtoffers beschuldigd?

"The American Act to which I refer, states that any young girl of foreign origin, who is found to be leading a life of prostitution within three years of her landing in America, shall be arrested, and if she has been induced to lead the life by another person, he or she, on proof, shall be liable to arrest, and on conviction, to very severe penalties, in the shape of imprisonment and fine, and if of foreign origin to deportation."(42)

Als voorbeeld van 'victim-blaming' van iedereen die in de prostitutie werkt, ook al werden ze daartoe gedwongen. Een 'gevallen vrouw' / 'lost woman' / een vrouw die 'leeft in schaamte' / een vrouw die een leven leidt 'of degradation' / 'a sinful woman' is moreel corrupt geraakt door seks en dus niet meer puur en dus eigenlijk niet meer te redden.

Die meisjes hebben niet zo veel aan hun moeders of aan andere vrouwen, zo blijkt. Teruggekeerde dochters werden zelfs niet binnengelaten omdat ze 'in zonde' geleefd hebben, ook al werden ze daartoe gedwongen. De angst voor wat anderen zouden kunnen zeggen is bij die ouders groter dan de liefde voor hun eigen kinderen. Schokkend. Christelijke naastenliefde heet dat.

Het gevaar begint dus wel even eerder dan wanneer de dochters de bescherming (welke bescherming?) van 'hun Thuis en hun Moeder' (typisch, die hoofdletters) verlaten. Dat begint met dat ze niet voorgelicht worden, niet weerbaar gemaakt worden, naïef alles geloven, de schone schijn niet door kunnen prikken.

"Oh, may the parents who read this, make sure your child has Christian influence and surroundings. It may cost you extra money to do it, but better far to cost you something than to have her life blasted and ruined."(110)

Ja, dat lost vast alles op. Dit boek heeft vaak diezelfde sfeer: dingen niet willen benoemen, je al bij voorbaat verontschuldigen dat je het over prostitutie en zo moet hebben, dus over seks. Je zou toch verwachten dat dat in een boek als dit juist wel zou gebeuren, maar nee. 'Over die dingen praat je niet', is de houding. Geen wonder dat al die meisjes zo naïef zijn.

Andere opvattingen

Gelukkig is er minder religieus gezever in de hoofdstukken van Edwin W. Sims. Hij beschrijft de manier waarop meisjes uit het buitenland verleid worden om naar de USA te komen en dan verleid worden om mee te gaan met de mensen die haar aanspreken als ze in het land aankomen. Daarna worden ze door die mensen vaak met geweld gedwongen om als prostituee te werken. Zo ging het en zo gaat het nog steeds.

Kijk, daar gaat het nu om: pak de criminelen aan die mensen als beesten behandelen en als vee verkopen. Van de andere kant is hij ook wat xenofoob en waarschuwt hij bijvoorbeeld tegen ijssalons die gedreven worden door buitenlanders, alsof de Amerikanen zelf allemaal zo braaf zijn. Van de andere klant zijn zijn adviezen aan ouders 'in the country' heel overtuigend en pleit hij voor seksuele opvoeding.

Ook een stuk kritischer: Charles Nelson Crittenton

"One of the great troubles in fighting this evil is the prejudice against fallen girls and the fact that because a woman is fallen seems to be just cause to convict her of every other crime in the decalogue, thus removing her from the pale of helpful sympathy which is extended to almost every other class of unfortunate beings." [mijn nadruk] (134-135)

Niet iedere betrokkene bij de strijd tegen vrouwenhandel is blijkbaar zo religieus bevooroordeeld als Bell. Crittenton stelt de vooroordelen over 'gevallen vrouwen' en de dubbele moraal ten aanzien van mannen en vrouwen aan de kaak. Deze man maakt ook duidelijk dat dat 'zondige leven' geen vrijwillige keus is van de vrouwen. Een kritische schrijver.

Of anders wel James Bronson Reynolds die de economische motieven achter mensenhandel laat zien:

"Briefly stated, the status of the white slave traffic is this: It is a traffic with local, interstate, national and international ramifications. It has the complete outfit of a large business; large capital, representatives in various countries, well paid agents, and able, high salaried lawyers. Its victims are numbered yearly by the thousands. They include not only the peasant girls of European villages, but also the farmers' daughters of our own country. Some are uneducated and wholly ignorant; others have enjoyed good education. While most of them come from the homes of poverty, occasionally a child of well-to-do parentage is numbered among the victims." [mijn nadruk] (201-202)

Vrouwenhandel is dus een onderdeel van wat kapitalisme is: alles draait om het geld, om het maken van winst, om het handhaven van machtsverhoudingen en bezitsverhoudingen (mensen die iemands bezit zijn en verkocht kunnen worden als vee). Dat dat ten koste gaat van grote groepen mensen, wordt niet belangrijk gevonden. Zolang je het kapitalisme niet aanpakt pak je de vrouwenhandel niet aan en doe je alleen aan symptoombestrijding. En zolang je de armoede niet aanpakt die door een economisch systeem in stand gehouden wordt, zolang zullen er slachtoffers zijn. Een religieuze insteek helpt niet als je niets doet aan de economische oorzaken van hoe mensen zich gedragen.

Slot

Een belangrijke vraag bij dit alles is dus: wat is iemands doel bij het bestrijden van de handel in vrouwen en meisjes? Die vraag is normatief. Doelen stel je vanuit achterliggende waarden en normen.

Wil je de mannen en vrouwen die aan vrouwenhandel doen bestrijden, omdat je een gloeiende hekel hebt aan onmenselijk en gewelddadig gedrag tegenover anderen om snel rijk te worden en daarmee de betrokken meisjes bevrijden?

Of wil je de vrouwenhandelaars bestrijden, omdat hun slachtoffers in een staat van zonde leven die onchristelijk is? Ik heb de hele tijd het gevoel dat het er bij de laatste insteek minder om gaat om de uitbuiting door vrouwenhandelaren te bestrijden dan wel om de slachtoffers op het 'rechte pad' te brengen.