>>>  Laatst gewijzigd: 26 juli 2024   >>>  Naar www.emo-level-4.nl  
Ik

Filosofie en de waan van de dag

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Japan

boeken bij het thema

literatuur bij het thema

Voorkant David LEHENY
Think global, fear local - Sex, violence, and anxiety in contemporary Japan
Ithaca-London: Cornell University Press, 2006, 230 blzn.; ISBN-13: 978 08 0147 5344
[zie uittreksel op emo-level-4]

Think global, fear local

Dit boek gaat over twee onderwerpen die niet veel met elkaar te maken hebben, namelijk over enjo kōsai en daarnaast over terrorisme. Ik houd me in deze bespreking alleen bezig met het eerste onderwerp.

Ook Leheny besteedt dus aandacht aan enjo kōsai, wat staat voor schoolmeiden die afspraakjes maken met volwassen mannen in ruil voor cadeautjes of geld, waarbij soms ook seks een rol speelt. Gelukkig is Leheny en stuk voorzichtiger in zijn formuleringen dan anderen. Enjo kōsai wordt hier omschreven als 'compensated dating, sometimes understood as prostitution'. En hij plaatst het fenomeen in een historische en sociale zowel als in een internationale context.

Sociale context

Tijdens de 1990-er jaren haalden banksluitingen, aardbevingen (Hanshin), en gifgasaanvallen in de metro allerlei zekerheden onderuit over Japan als een harmonieuze en goed geordende samenleving. Dat was des te pijnlijker, omdat dat toch ook een mythe was die in stand gehouden werd.

Tegelijkertijd veranderde de rol van de vrouw in de Japanse samenleving.

"Some of the concern, as Sharon Kinsella notes, was certainly related to increased concern about women's professional and personal behavior. By the late 1980s, it was already clear that Japanese women were marrying and becoming pregnant later than before. Within ten years, partly because of public concerns about Japan's declining birth rate, this phenomenon had gone from demographic curiosity to evidence of national decline. Some Japanese commentators began to label such young people as "parasite singles" who prefer to mooch off their parents than to grow up and marry. The public debates have usually focused on the women involved, making them gendered symbols of a selfish generation that refuses even its most basic responsibility of reproducing the nation." [mijn nadruk] (40)

En uiteraard waren het mannen die die kritiek leverden, want mannen speelden in Japan een erg dominante rol. Van vrouwen werd bijvoorbeeld verwacht dat ze stopten met werken als ze trouwden en thuis bleven om voor het huishouden en eventuele kinderen te zorgen.

Tot slot steeg in die jaren de criminaliteit onder jongeren en dat zette aan tot nadenken over de rol van jongeren in de samenleving en over de dreiging die van jongeren uitging.

"In this chapter, I address especially the increasing image of the social threat that teenage girls presented, arguing that newly troubling images of them were inextricably tied both to large-scale anxiety over the juvenile crime wave and the sexual precociousness of girls and young women." [mijn nadruk] (50)

Merkwaardige keuze eigenlijk. De hier gegeven voorbeelden van jeugdcriminaliteit betreffen namelijk gewelddadige agressieve jongens. Waarom dan gaan kijken naar de meisjes en hun enjo kōsai waar waarschijnlijk weinig agressie bij te vinden is? Is wat die jongens doen normaal dan? Hoeven we ons daar geen zorgen over te maken? Is dit toch weer niet hetzelfde als in Japan gebeurde: de verantwoordelijkheid van alle ellende bij vrouwen leggen en mannen ontzien? Vreemd, hoor.

"As I began to read more about the phenomenon, I was struck by how the discussions of enjo kosai focused primarily, and sometimes exclusively, on the schoolgirls. To be sure, there were occasional English-language reports that trotted out stereotypes of the pedophiliac tendencies of Japanese "salarymen" (white-collar businessman), but in the Japanese coverage, the spotlight aimed squarely at the girls - why they would behave like this and what kind of society had produced them. Moral responsibility appeared to lie with these "little sluts" (as one Japanese friend half-jokingly described them to me) rather than with their adult boyfriends or customers." [mijn nadruk] (17)

Dat is typisch voor een morele paniek. Vrouwen en meisjes hoorden zich traditioneel te gedragen zoals mannen dat het liefst zagen. Daarom werd er gezocht naar een stok om mee te slaan. En dat in een land met een enorme seksindustrie.

Internationale druk

Enjo kōsai werd door de conservatieve regeringen vol met mannen dus aangepakt, uiteraard om de jonge meiden 'te beschermen'. En internationaal probeerde men daar indruk mee te maken.

"The idea that children deserve special protection grows from a sense that they are not responsible for their moral actions and need to be shielded from some kinds of influences as well as abuses that they are ill-equipped to confront. Some Japanese scholars, even while citing Postman, have been quick to point out that his understanding of the child comes entirely from a Western European and North American cultural context." [mijn nadruk] (54-55)

Dat lijkt mij ook, en dan ook nog eens vooral van de kant van de Angelsaksische landen als de UK en de USA. Desondanks zijn die opvattingen door Japan geleidelijk overgenomen, aldus Leheny.

Hij beschrijft in zijn boek verder uitgebreid de internationale invloed en druk — bijvoorbeeld van de mondiale mensenrechtenbewegingen — op de maatregelen die een land neemt tegen 'kinderporno' en 'kinderprostitutie'. Maar welke waarden en normen liggen aan die invloed ten grondslag? Is het werkelijk gericht tegen de commerciële exploitatie van 'kinderen'? Of is het gericht tegen de eigen seksualiteit van 'kinderen'? Vaak is het dus het laatste. Ik zet de term 'kinderen' tussen aanhalingstekens, omdat hij dubbelzinnig is en kritiekloos gebruikt wordt. Is een middelbare scholier uit de hoogste klas nog een 'kind'?

Mensenrechten en rechten van het kind

Door aan te sluiten bij de internationale trend tegen prostitutie van allerlei religieuze organisaties en de Verenigde Naties gaf Japan zijn eigen tolerante praktijk op. Waaraan je kunt zien dat links het ook niet altijd bij het rechte eind heeft met zijn nadruk op mensenrechten. Het pleidooi voor 'mensenrechten' leidt namelijk gemakkelijk tot conservatieve invullingen ervan.

"Ito Hosaku, the sex industry journalist who criticized the 1957 law for its capitulation to international pressure, makes a crucial point about its effect on the women involved. By banning streetwalking and solicitation but providing exploitable loopholes for brothel-like establishments, the Anti-Prostitution Law contributed to the growing demonization of women in the sex industry. Previously seen as poor but brave women choosing an undesirable lifestyle to support their families, prostitutes were now being viewed as amoral criminals. Ito remarks that the price of international acceptance was turning prostitutes into "castoffs" (kimin)." [mijn nadruk] (66-67)

Logisch: waar een activiteit als prostitutie wettelijk veroordeeld wordt, zijn de bedrijvers van die activiteit per definitie illegaal bezig. De stap naar een veroordeling als 'immoreel' is dan meestal niet ver weg. Hosaku ziet het goed. Nu werd dus *enjo kōsai* óók moreel veroordeeld, omdat die praktijk door de media als 'prostitutie' werd gezien. Wat het zelden is. Maar dat belemmert blijkbaar niemand om die veroordeling uit te spreken.

"Although enjo kosai, particularly as practiced by the kogals, ultimately became the linchpin in the debate over Japan's acquiescence to the norm against the commercial sexual exploitation of children, it was never as simple an activity as its many critics would have it."(71)

Zo is het. Je kunt zelfs de vraag stellen wie nu eigenlijk wie exploiteert in enjo kōsai-relaties.

"In Osaka, the government set up the "Enjo kosai is prostitution" [baishun] campaign. But enjo kosai is not that simple a problem. It absolutely doesn't just equal prostitution. Let's say that a sixteen-year- old schoolgirl goes out for a dinner date with a thirty-three-year-old man, and he gives her ¥10,000 [about $80]. Is that prostitution? How about going to a karaoke box [private karaoke room] and letting him touch her breasts, and then getting ¥20,000? What if it's not her breasts, but her genitals, and no money changes hands, but he buys her some clothes? This is about the diversity of sexual activity, so it's a really complex problem. Anyway, the "Enjo kosai is prostitution" campaign should just be called "Anyway, whatever it is, it's bad, so stop it!" campaign."(72)

Precies. Het probleem werd door de instanties en de media zwaar overdreven. Ook de aantallen deelnemende scholieren bleken zwaar overdreven.

"Indeed, most of the public discourse about enjo kosai appears to be motivated by a fundamental fear of the ostentatious sexuality of the high school girls involved."(73)

Dat denk ik ook en dat is kenmerkend voor een morele paniek.

"Only with the development of a libertarian feminism emphasizing the issue of choice, combined with the sex trade workers' movement of the 1990s (such as the organization COYOTE- Call Off Your Old Tired Ethics), did a sustained defense of prostitution, often conceptualized as "sex work," take place within feminism and gender studies, fields that are now deeply divided over the issue. Yet this disagreement collapses when the issue involves children. Whether it is against "child prostitution," "child pornography," or "child sex tourism" (especially "Asian child sex tourism," which has a notorious reputation in this regard), the growing momentum of an international movement has been unmistakable. To some degree, the fervor arises from moralistic campaigns to regulate sexuality, especially that of women and children, but there is little doubt that a commitment to "child welfare" now features prominently in these efforts." [mijn nadruk] (86-87)

Er bestond internationaal veel kritiek op de lakse houding van Japan tegenover kinderporno en kinderprostitutie. De ECPAT speelde een grote rol in die kritiek.

"To push the child welfare line more effectively and to put the spotlight on children employed in the sex trade, activists created a bona fide transnational movement aimed at child protection. Leading the child sex crusade has been End Child Prostitution in Asian Tourism (ECPAT), an international NGO with its world headquarters in Bangkok. ECPAT was founded in 1991 primarily by three Asian Christian groups - the Christian Conference of Asia, the Asia Catholic Bishops' Conference, and the Ecumenical Coalition on Third World Tourism and chose a child sex trade activist and Disciples of Christ pastor from New Zealand, Ron O'Grady, as the group's coordinator. A few years later, the declaration of the UN International Conference on Population and Development prominently featured language on children's rights, including freedom from trafficking and sexual abuse." [mijn nadruk] (88)

Waarom gebruikt de auteur de term 'bona fide' voor een organisatie als ECPAT die christelijke opvattingen vertegenwoordigt? Zo gauw religies zich opwerpen als de beschermers van kinderen, nou, dan weten we het wel. Dan moeten kinderen weer onschuldige seksloze wezentjes worden die we zelfs niet seksueel moeten voorlichten en die zonder ooit iets aan seks gedaan te hebben het huwelijksbootje in moeten stappen, niet om van seks te genieten natuurlijk, maar om zich voort te planten. We moeten dan ook bijzonder kritisch staan tegenover activisten die 'kinderrechten' propageren, omdat ze vaak geen moment stil staan bij hun eigen waarden en normen en kritiekloos Westerse opvattingen opleggen aan andere landen.

Slot

Dit is een interessant boek, maar het heeft wel een wisselvallig karakter. Leheny springt geregeld van de hak op de tak en is soms kritisch en soms kritiekloos.

Het belangrijke punt is in ieder geval dat enjo kōsai helemaal niet zo vaak voorkwam als de media suggereerden en ook meestal weinig met seks te maken had. Het was onzin om — zoals de media en instanties deden — enjo kōsai te koppelen aan prostitutie.

Met andere woorden: er werd in Japan een morele paniek gecreëerd om een maatschappelijk 'probleem' te kunnen reguleren. Vrouwen en meisjes wilden zich niet meer aan traditionele waarden en normen conformeren en de Japanse conservatieven vonden dat vervelend en wilden strikter wetgeving. Vrouwen en mannen moesten weer braaf doen wat mannen wilden.

Tegelijkertijd werd die regulering gebruikt om te laten zien dat Japan zich best wilde conformeren aan de 'strijd tegen de exploitatie van kinderen' zoals die door internationale mensenrechtenbewegingen in de wereld werd gezet onder invloed van religieuze organisaties als de ECPAT. Uiteraard met de eeuwige smoes: we moeten 'kinderen' beschermen tegen de grote boze wolf, ze mogen dus zelf niets willen, dat is voor hun eigen bestwil. Zucht.